Bureaulader DT-16
Met de bureaulader kunt u de telefoonbatterij en reservebatterij tegelijk
opladen. U kunt de AC-3- of AC-4-lader als voedingsbron voor de
bureaulader gebruiken. De capaciteit van de batterij van de telefoon
wordt op het scherm van de telefoon weergegeven.
De witte lichtindicator aan de onderkant van de bureaulader geeft
de oplaadstatus van de geplaatste reservebatterij aan:
• De lichtindicator knippert langzaam als de bureaulader leeg is,
als de telefoon is geplaatst (de batterij van de telefoon is volledig
opgeladen of wordt opgeladen) of als zowel de telefoon als de
reservebatterij zijn geplaatst en de reservebatterij volledig is
opgeladen.
• Het lampje brandt permanent wanneer de reservebatterij wordt
opgeladen. De reservebatterij wordt opgeladen als de telefoon niet is
geplaatst of als de batterij van de telefoon volledig is opgeladen.
• Houd de knop aan de achterkant van de bureaulader ingedrukt als
u het lampje aan of uit wilt zetten.
• Als het lampje niet brandt, terwijl u het niet hebt uitgezet door
op de knop te drukken, is de lader die u op de bureaulader hebt
aangesloten, wellicht niet compatibel of is de temperatuur van
de reservebatterij te hoog. Controleer of de lader compatibel is
en gebruik alleen compatibele Nokia-laders. Als de temperatuur
van de reservebatterij te hoog is, wordt deze niet opgeladen.
Als de temperatuur van de reservebatterij weer normaal is,
begint het opladen en gaat de lichtindicator weer branden.