De instellingen hebben invloed op de wijze waarop e-mailberichten
worden verzonden, ontvangen en weergegeven.
Het is mogelijk dat u de configuratie-instellingen voor de
e-mailtoepassing ontvangt als configuratiebericht. Zie “Dienst voor
configuratie-instellingen” op pagina 12. U kunt de instellingen ook
handmatig invoeren. Zie “Configuratie” op pagina 74.
Als u de instellingen voor de e-mailtoepassing wilt activeren, selecteert
u Menu > Berichten > Bericht-instellingen > E-mailberichten en een
van de volgende opties:
Configuratie — Selecteer de set die u wilt activeren.
Account — Selecteer een account die door de serviceprovider is verstrekt.
Mijn mailnaam — Hier voert u uw naam of alias in.
E-mailadres — Voer hier het e-mailadres in.
Ondertekening bijvoegen — Hier kunt een handtekening definiëren
die automatisch aan het einde van uw e-mailbericht moet worden
toegevoegd wanneer u het bericht opstelt.
Antwoordadres — Voer het e-mailadres in waarnaar de antwoorden
moeten worden verzonden.
SMTP-gebruikersnaam — Voer de naam in die u voor uitgaande
e-mailberichten wilt gebruiken.
SMTP-wachtwoord — Voer het wachtwoord in dat u voor uitgaande
e-mailberichten wilt gebruiken.
Selecteer Terminalvenster tonen > Ja als u een handmatige
gebruikersverificatie voor intranetverbindingen wilt uitvoeren.
B e r i c h t e n
54
Type inkomende server — Selecteer POP3 of IMAP4, afhankelijk
van het type e-mailsysteem dat u gebruikt. Als beiden typen
worden ondersteund, selecteert u IMAP4.
Inkomende mailinstellingen — Hier selecteert u een van de beschikbare
opties voor POP3 of IMAP4.
C o n t a c t e n
55